Michel is op 07 oktober langsgekomen om de bijen voor te bereiden op de winter. Wanneer in de herfst de buitentemperatuur naar de 10°C zakt, laten de bijen zich steeds minder buiten 1 de kast zien. Gedurende de winterperiode brengen ze hun leven door in de kast en met voldoende voer zijn ze zeer goed in staat het ongemak van de winter te doorstaan; de eventuele gaten en kieren zijn vooraf met propolis dichtgekit.
In de kast kruipen de bijen dicht op elkaar tot een bolvormige tros, om met een zo klein mogelijk afkoelingsoppervlak op temperatuur te blijven en te overleven. Zij slagen erin om ook bij strenge vorst 13 graden in de tros te handhaven -en wanneer er in januari al een klein broednestje is zelfs 35 graden terwijl het enkele centimeters buiten de tros kan vriezen. Tijdens de winter slaan de bijen hun ontlasting op in de endeldarm, die wel honderdvoudig kan uitzetten. De bijen vliegen vanaf 5 graden al incidenteel uit. Maar zo gauw als er in het vroege voorjaar een mooie, windstille dag is met 9 graden, vliegen de bijen massaal uit voor hun reinigingsvlucht. Om er zeker van te zijn dat de bijen voldoende voedsel hebben om de winter door te komen wordt er ook nog een klein beetje bijgevoerd.
Een gelijkmatige, droog-vriezende winter is voor bijen het beste. Bij grote temperatuurschommelingen krimpt en groeit de tros teveel, wat extra energie kost en dus een hoger voedselverbruik met zich meebrengt. Door voedselvertering en ademhaling produceert een volk koolzuurgas en waterdamp. Dit vocht kan in de winter schimmel op de ramen doen ontstaan, wat de ramen onbruikbaar maakt, maar wat ons vooral voor de bijen een onbehaaglijk klimaat lijkt te geven. Daarom sluiten nooit het vlieggat af je moet voldoende ventileren. Zorg wel dat de hoogte ervan niet meer bedraagt dan zeven millimeter ivm. spitsmuizen. Een droge en vooral rustige standplaats zonder nadruppende bomen, waarbij de kasten regelmatig goed kunnen droogwaaien, zullen de bijen ook zeker waarderen. Tot slot de bijenkast goed afsluiten en zekeren, zodat ook tijdens de najaarsstormen de kast niet omwaait.